De cyclus van de kweek loopt van ei tot filet. Hierdoor is er veel controle over het welzijn van de vis en de kwaliteit van het eindproduct. Twee maal per jaar worden er bevruchte eieren uitgebroed. Dit is een delicaat proces. De eieren moeten bij een lage temperatuur van rond de 6 graden Celcius heel rustig ontwikkelen. Na meerdere weken komen de eieren uit en komt er een larve met dooierzak uit het ei. De larven kunnen nog niet eten en moeten eerst nog verder groeien en op hun dooierzak teren. Na meerdere weken hebben de larven hun dooierzak verteerd en kan het voeren beginnen. De larfjes beginnen nu harder te groeien. Als de larven flink beginnen te eten en rond de 0.3gram wegen, gaan ze over naar de kweekssystemen. hier groeien ze in iets meer dan een jaar uit naar hun eindgewicht van rond de 500gram. In dit jaar worden de vis regelmatig gesorteerd en verdeeld over meerdere tanks. Als de vis zijn eindgewicht heeft gehaald wordt de vis humaan afgedood en verwerkt tot eindproduct. Doordat er twee keer per jaar eieren worden ingenomen is strteekvis in staat om het gehele jaar door vis te kunnen leveren.